In
1990 is Enrico van Schaik (1963) betrokken geweest bij de oprichting van
Kamerkoor Mi Canto in Heeswijk-Dinther. Ondanks dat hij samen met het
koor als snel met succes een voorliefde heeft opgebouwd voor het
romantisch Engelse koorrepertoire, weten koor en dirigent elkaar te
enthousiasmeren om zich in uiteenlopende muziekstijlen te begeven:
Madrigalen uit renaissance, de Barokopera Dido and Aeneas van
Purcell, de Bachcantate Actus Tragicus beide uitgevoerd met een
Barokorkest, een compleet Franstalig concert voor de Alliance Française
in ’s-Hertogenbosch, de Liebesliederwalzer van Johannes Brahms,
een programma met smaakvolle arrangementen van Beatles-successen, een
20e eeuws spreekkoor van Ernst Toch, close-harmony bewerkingen van
Amerikaanse songs en de jazzy Birthdaymadrigals van John Rutter zijn
daar de voorbeelden van.
Voorafgaand
aan deze muzikale avonturen met Mi Canto, kent zijn muzikale achtergrond
diverse ontwikkelingen. Tijdens zijn middelbare schooltijd groeide zijn
liefde voor muziek en theater. Vooral de jaren op Gymnasium
Bernrode bij het schoolorkest Pratum Musicum onder de bezielende
leiding van dirigent Jan Steeghs, zijn van groot belang geweest. Hij
volgde in deze tijd lessen blokfluit bij Margot Bogaert, nam deel aan
het schoolcabaret en zong tenor in het jongerenkoor van de Abdij van
Berne te Heeswijk-Dinther, het koor dat hij later zou gaan dirigeren.
Vervolgens studeerde hij aan het Brabants Conservatorium te Tilburg achtereenvolgens Schoolmuziek, Blokfluit en daarna het hoofdvak Koordirectie bij Cees Rotteveel en Martien van Woerkum. Hij volgde tevens lessen koordirectie en orkestdirectie bij dirigenten als o.a. Barend Schuurman, Daniel Reuss, Jos van Veldhoven, Daan Admiraal, Alexandru Lascae en Jac van Steen.
In zijn studententijd zong hij in diverse gezelschappen als (counter-)tenor, nl. bij Capella Cambiata (o.l.v. Martin van Woerkum, Hilvarenbeek), De Boxtelse Cantorij (o.l.v. Wil Barten, Boxtel) en het Tansamble (o.l.v. Paul van Gulick, Tilburg). Als fluitist werkte hij aan diverse concerten mee van het regionaal kamerorkest Alveare uit Veghel o.l.v. Ad van de Wetering.
Later legde hij zich ook toe op componeren en arrangeren. In samenwerking met Marcel Zagers zijn een zestal bundels met liederen voor kinderkoor uitgegeven bij Uitgeverij Berne. Hiervan is uiteindelijk ook een compilatie op CD uitgebracht. Op uitnodiging van de organisatie van het Nederlands Jongerenkorenfestival te Rijsbergen schreef hij het festivallied. Onlangs arrangeerde hij voor Kamerkoor Mi Canto het lied “Geluk” van Herman Finkers. Met dat laatste lied won hij met Mi Canto de Oeuvreprijs van het Nederlands Festival voor Vocale Ensembles 2009 te Almelo.
Naast het componeren, arrangeren en musiceren is het dirigeren zijn passie geworden. Vanaf 1984 is hij gestart met het dirigeren van diverse koren en orkesten. Diverse koren hebben langere of kortere tijd onder zijn leiding gestaan. Zo dirigeerde hij o.a. Universiteitskoor Contrast te Tilburg, kamerkoor Nuit d’Art te Cuijk en het ’s-Hertogenbosch' Vokaal Ensemble. Ook is hij betrokken geweest als muzikaal leider bij diverse theaterproducties. Zo was hij o.a. van 1999 tot 2008 muzikaal leider bij Natuurtheater De Kersouwe en dirigeerde hij in 2009 het projectkoor voor een tweetal Promsconcerten bij harmonie St. Cecilia in Schijndel. Met Kamerkoor Mi Canto zijn er zeer verdienstelijke optredens geweest op het Nederlands Korenfestival in Rotterdam. Uiteindelijk wist hij daar met Kamerkoor Nuit d’Art uit Cuijk in 1993 de eerste prijs in de B-categorie weg te slepen.
Kamerkoor Mi Canto in de repetitieruimte
van “De Bongerd” rondom de zojuist behaalde Tribute Trofee
van het Nederlands Festival voor Vocale Ensembles te Almelo, maart 2009